Jan is opgestaan uit de doden en is strijdvaardiger dan ooit. Na de dood van Pycke rust de vloek van Jan nu op Baru en Coffijn, al is die laatste niet echt onder de indruk. Maman ontdekt waarom Héloïse nog steeds niet zwanger is en wijst een woedende Nicolaï op zijn plicht. Jan, Tincke en De Schoen dringen de stad binnen en plegen een ongeziene overval.